ANALYSE – Vroeger moest je tenminste je pin nog intoetsen, tegenwoordig zwaai je het kaartje even langs de ontvanger. Pinnen heeft een enorme vlucht genomen.
We betalen op die manier rond de 300 miljoen keer per maand, een aantal dat alleen nog maar verder toeneemt. Maar de vraag is of dat verstandig is. Door pinnen herinneren we ons namelijk slechter hoeveel we hebben neergeteld voor een goed of dienst.
Was dat kopje koffie 2,80 euro of 3,50? Vraag het iemand die met een briefje van vijf heeft betaald en die persoon weet in de meeste gevallen tien minuten later het antwoord nog. En anders leert een blik op het geld in zijn zak dat wel.
Als je contant betaalt, weet je hoeveel je uitgeeft
Mensen die hebben gepind, weten een paar minuten later al niet meer wat het bakje troost heeft gekost, ontdekten onderzoekers van de universiteit van Keulen, die onderzoek deden naar deze manier van betalen.
Voor hun studie hoefden de onderzoekers niet ver te gaan. Ze stelden zich op in de mensa van hun eigen universiteit, waar je kunt betalen met cash, pinpas of een universiteitspas, die nog meer functies heeft.
Een kleine vijfhonderd studenten moesten aangeven hoeveel ze net voor hun maaltijd en drankjes hadden betaald.
De studenten die met contant geld hadden afgerekend wisten beter hoeveel ze daarvoor hadden afgerekend dan de mensen die hun pinpas hadden getrokken. Op de laatste plaats kwamen de betalingen met de multifunctionele universiteitspas.
Volgens de onderzoekers toont dat aan dat het makkelijk is om het overzicht te verliezen na betaling met een pinpas. Wie al een hele ochtend winkelt, heeft geen idee hoeveel geld hij of zij heeft uitgegeven. Wie 200 euro opneemt en na het middagbroodje ziet dat er nog dertig euro in de beurs zit, weet precies hoeveel is opgegaan. Zeker voor mensen op een budget geen slecht idee.
De verleiding om de pinpas nog meer functies te geven, moeten we weerstaan.